De ik-boodschap ―
Uit balans
Hoe zeg je het, als je niet akkoord gaat met iets? Heb je het al eens meegemaakt dat de ander niet naar je wil luisteren? Het is niet altijd makkelijk. Deze oefening wil je helpen om op een rustige manier uit te leggen wat je denkt of voelt. Dat noemen we een IK-boodschap.
Een voorbeeld van een goede ik-boodschap:
Marie, ik zou je graag iets vertellen.
Ik voel me ongemakkelijk als jij mijn kamer zomaar binnenkomt zonder kloppen,
omdat ik dan plots schrik als ik bezig ben met iets.
Ik zou het fijn vinden als je eerst even klopt.
Volg de stappen hieronder om zelf een goeie ik-boodschap te formuleren. Je kan zelf een situatie verzinnen, of kijken onder de voorbeeldsituaties om van te vertrekken.
- Als je wil praten met iemand, noem dan de naam van die persoon. Wil je met Marie praten, zeg dan ‘Marie, ik zou je graag iets vertellen.’
- Begin je boodschap met IK. Jij wil iets tegen de ander vertellen. Op die manier maak je duidelijk dat jij met iets zit, wat je aan de andere kwijt wilt.
- Zeg wat je gevoel is. Bijvoorbeeld: ‘Ik voel me ongemakkelijk …’. Op die manier komt de andere te weten wat jouw gevoelens zijn.
- Omschrijf wat je niet zo leuk vindt aan hetgeen de andere persoon doet. Bijvoorbeeld ‘… als jij mijn kamer zomaar binnenkomt zonder kloppen…’. Onthoud wel dat je enkel iets zegt over zijn of haar gedrag. Niet over zijn of haar persoon!
- Geef de reden waarom je dat vindt. Zeg waarom je het niet leuk vindt wat de ander doet. Bijvoorbeeld ‘… omdat ik dan plots verschiet als ik bezig ben met iets’.
- Geef een voorstel dat de andere persoon kan doen. Zeg hoe hij of zij het anders kan aanpakken. Bijvoorbeeld ‘Ik zou het fijn vinden als je even klopt.’
Wat is er gebeurd?
Bedenk een moeilijke situatie die je zelf mee maakte of kies een situatie uit de voorbeelden. Schrijf ze hieronder op.
Wat is de naam van de persoon die je wil spreken?
Als je wil praten met iemand, noem dan de naam van die persoon. Begin je boodschap met IK. Jij wil iets tegen de ander vertellen. Op die manier maak je duidelijk dat jij met iets zit, wat je aan de andere kwijt wilt.
Wil je met Marie praten, zeg dan ‘Marie, ik zou je graag iets vertellen.’
Wat zijn je gevoelens bij hetgeen gebeurd is?
Zeg wat je gevoel is. Omschrijf wat je niet zo leuk vindt aan hetgeen de andere persoon doet. Bijvoorbeeld: ‘Ik voel me ongemakkelijk …’. Op die manier komt de andere te weten wat jouw gevoelens zijn.
Welk gedrag van de andere persoon vind je niet goed?
Zeg welk gedrag van de andere je stoort. Vertel tegen de ander wat hij of zij doet, dat jou niet aanstaat. Bijvoorbeeld ‘… als jij mijn kamer zomaar binnenkomt zonder kloppen …’. Onthoud wel dat je enkel iets zegt over zijn of haar gedrag. Niet over zijn of haar persoon!
Wat is de reden waarom je dit niet leuk vindt?
Geef de reden waarom je dat vindt. Zeg waarom je het niet leuk vindt wat de ander doet. Bijvoorbeeld ‘… omdat ik dan plots schrik als ik bezig ben met iets’.
Hoe kan het anders of beter in de toekomst?
Geef een voorstel dat de andere persoon kan doen. Zeg hoe hij of zij het anders kan aanpakken. Bijvoorbeeld ‘Ik zou het fijn vinden als je eerst even klopt.’
Met een profiel op NokNok kan je je antwoorden opslaan en testresultaten bekijken. Ook krijg je toegang tot je persoonlijke ruimte waar je een (foto)dagboek kunt bijhouden. Bovendien, het is helemaal gratis!
Met een profiel op NokNok kan je je antwoorden opslaan en testresultaten bekijken. Ook krijg je toegang tot je persoonlijke ruimte waar je een (foto)dagboek kunt bijhouden. Bovendien, het is helemaal gratis!